Sylvia Bökkerink, Wilma Koops, Johanna Nijlunsing.

Sylvia Bökkerink, Wilma Koops, Johanna Nijlunsing.

Sylvia Bökkerink, Wilma Koops, Johanna Nijlunsing. Alle drie vrouwen leven met het hebben van een chronische ziekte. Wilma heeft Multiple Sclerose, Johanna ziekte van Bechterew en Sylvia reumatische artritis. Zo verschillend als de ziektebeelden zich manifesteren, zo verschillend uiten deze drie vrouwen zich in de beelden en schilderingen. Er worden meerdere thema’s aangeroerd. Want in een prachtig lichaam is er van alles mis. Hoe leer je om te gaan met pijn, vermoeidheid, hersenen die het laten afweten, vergroeiingen van handen of rug. Maar ook de emotionele achtbaan waar je in terecht komt bij een ziekte die niet meer over gaat, speelt een grote rol. In relaties, werk, vrije tijd, omgaan met dokters en medicijnen. Door het kunstzinnig werken en verwerken van deze thema’s in hout en inkt ontstonden ontroerende grote en kleine, figuratieve en abstracte beelden en schilderingen van lastige lichamen.

Chantal Sion

Chantal Sion (1969) heeft altijd een grote passie om te creëren en de wereld om haar heen wat mooier te maken. Verder onderzoekend naar wat de mogelijkheden hierin zijn, ging Chantal de natuur in, op zoek naar geschikte bladeren om te bewerken, om er een verhaal mee te maken en als het ware tot een schilderij mee    te komen. Dat experimentele proces, welke bladeren zijn geschikt, wat kan je ermee, werkt voor haar als een grote inspiratie. Inmiddels heeft ze haar eigen technieken hierin ontwikkeld. Haar lampenkappen zijn eigenlijk schilderijen van licht, elk   met een eigen verhaal. Om het geheel compleet te maken, is ze ook aan de slag gegaan met het maken van een bijpassende voet. En zo is het idee geboren. Letterlijk een lichtpunt.

Aukje Greydanus

Aukje Greydanus is schilder, beeldhouwer en docent beeldhouwen/ruimtelijk vormgeven. Schilderen deed Aukje altijd al en later kwam daar beeldhouwen bij. Voor haar vullen deze disciplines elkaar mooi aan. Aukjes werk begint met een gedachte of gevoel bij een tekst of beeld. Eenmaal bezig verdwijnt dit naar de achtergrond en zoekt ze naar de ‘juiste’ compositie in lijn, vorm en kleur. Vaak gaat het daarbij om beelden in de vorm van het menselijk lichaam. Veelal gesloten geabstraheerde figuratieve beelden die je zowel aantrekken als op afstand houden. Daarbij is ‘schoonheid’ geen factor van belang. Haar werk hoeft niet mooi te zijn, integendeel, het mag schuren.

Trudy Dales

Trudy Dales (1952) werkt met epoxy, de figuurtjes hebben een basis van metaaldraad. De kale hoofdjes zijn een ode aan een overleden vriendin die Trudy haar materialen na liet zodat zij kon experimenteren. Het werk van Trudy kenmerkt zich door figuren die niet door kleding beperkt worden. De figuren hebben geen gezicht, haren, vingers of tenen, expressie is dus heel belangrijk en   dat uit zich in houding, spieren, borsten en buik. Verder wordt er o.a. hardhout, glas en metaal gebruikt. Waardoor er soms samenwerking met andere disciplines ontstaat, iets wat de uitdaging vergroot. De figuren komen voort uit de essentie van de mens in zijn vormentaal, zoals een dansend, klimmend of rustend figuur. Toch zit er een dynamiek in hun beweeglijkheid.

Alexandra Verwoolde

Van huis uit is Alexandra (1971) ingenieur, toch past het bedenken en maken van beelden nog beter bij haar. De basis van al haar werk is, ‘het hoeft niet te kunnen, de lijn moet goed zijn, die is leidend’. Zij maakt ’Delftsblauwe items met een twist’, sterke kwetsbare vrouwen en relaxte mannetjes. Haar atelier is gevestigd in de historische binnenstad van Hoorn. Daar werkt zij met andere kunstenaars uit verschillende disciplines in een prachtig schoolgebouw uit 1922. Deze vorm van werken levert naast gezelligheid ook een goede wisselwerking van ideeën en inspiratie op. Alexandra’s atelier is na afspraak te bezoeken, en ze werkt ook in opdracht.

Job van de Meer

Job (1975) werkt met hout, giethars, ijzerdraad, papier of stof; elk materiaal dat zijn fantasie prikkelt. Zijn atelier staat in de Ooijpolder, bij Nijmegen. Jobs sculpturen ontstaan in de ontmoeting van het materiaal met zijn verbeelding en handen. Materiaal dat zelf al een vorm heeft, zichzelf nog vormt, dat weerstand biedt of meewerkt. De euforie die dat proces oplevert, de onbuigzaamheid, flexibiliteit, frustratie of breekbaarheid wordt deel van een beeld. Job is met name geïnspireerd door het surrealisme en magisch realisme. Hij schrijft ook gedichten, vormt met woorden, verf en potlood.

Jacqueline Beukers

Jacqueline (1962) is geboren in Bovenkarspel en woont nu met haar man in Egmond-Binnen, Noord-Holland. Als kind was ze al heel creatief met knutselen, handwerken, spirografie, sieraden, hout en fantasiepoppen maken. Keramiek is haar grootste hobby geworden, het liefste werkt ze elke dag met klei. Ze heeft lessen gevolgd in Gouda, Alkmaar en Frankrijk met naaktfiguren, handvormen en pottenbakken op een draaischijf. Ook maakt ze haar eigen glazuren. De mooie kleuren van het glazuren en Raku stoken zijn altijd verassend. Jacqueline maakt onder andere veel dier- en abstracte mensfiguren, vazen en urnen. De inspiratie komt tevoorschijn in haar dromen.

 

Annet Hamster

Na een kleicursus in draaien en glazuren heeft Annet zichzelf verder de materie eigen gemaakt. Het werk bestaat uit driedimensionale handgevormde en gedraaide objecten van porseleinklei, gestookt in een elektrische oven. De objecten worden geglazuurd met eigen ontwikkelde kristal glazuren, opgebracht in één of meerdere lagen. Het karakter van de kristallen geeft op porselein een speciale sprankelende aantrekkingskracht. Ze vragen veel aandacht vanwege hun eigenzinnige en wispelturige karakter in vorm en in groeiproces. Het karakter, de grootte en de vorm en van de kristallen wordt door de stoffen in het glazuur en het stookproces bepaald.

Nelleke Hulsen

Nelleke denkt en werkt in het gebied voorbij taal, voorbij woorden. Orde scheppen, het overbodige weglaten, esthetiek en planning zijn belangrijke elementen in haar werk. Na een docentenopleiding Textiele werkvormen en Handenarbeid heeft Nelleke kunstgeschiedenis gestudeerd aan de universiteit van Leiden. De werken zijn geweven in een dubbelweefsel, d.w.z. een weefsel waarbij meerdere lagen tegelijkertijd worden geweven. Deze lagen kruisen elkaar en zijn met elkaar verbonden; zo ontstaan er vormen en wisselingen in de lagen. Vaak worden de lagen ingesneden; deze insnijdingen geven het werk meer ruimtelijkheid en bovendien kan zo ook de volgende laag in het ontwerp meedoen.

Anneke Myszka